m.,
1. zwaaiende beweging in een wijde kring;
2. (fig.) grote omhaal, omslag, drukte: waartoe al die omzwaai?
3. breedvoerigheid, grote omhaal van woorden;
4. (dicht.) wenteling van voorwerpen om hun as of om een middelpunt;
5. (fig.) algehele en plotselinge verandering, omkering: met een omzwaai der fortuin zijt gij er weer boven op;
6. draai, bocht in een weg.