(liep omhoog, is omhooggelopen),
1. naar boven, in de hoogte lopen; loop even omhoog, de trap op ; — de grond loopt hier omhoog, stijgt;
2. op een zandbank, op het strand vastraken: het schip is bij Bath omhooggelopen;
3. hoger worden: de prijzen, de effecten lopen omhoog,