bn. bw.,
1. van den aard of op de wijze van een nuf: nuffige, coquette gebaren; — ze was nuffig lief;
2. bij een nuf passend; fijn en pretentieus: doosjes plakken en nuffige knipsels maken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: