Nuffig
bn. bw., 1. van den aard of op de wijze van een nuf: nuffige, coquette gebaren; — ze was nuffig lief; 2. bij een nuf passend; fijn en pretentieus: doosjes plakken en nuffige knipsels maken.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., 1. van den aard of op de wijze van een nuf: nuffige, coquette gebaren; — ze was nuffig lief; 2. bij een nuf passend; fijn en pretentieus: doosjes plakken en nuffige knipsels maken.
Wiktionary (2019)
nuffig - Bijvoeglijk naamwoord 1. wat past bij iemand die zich verheven voelt boven andere mensen ♢ Nog twee outsiders zijn welkom: een kinderboekenschrijfster en een zanger. In die laatste herkennen we Johan Heldenbergh, die een amusante variant speelt op Bono, die andere bard van de machtigen. Zijn rol is e...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., skiteldeftich, -fiis, snjitt(er)ich, fij en fiis; — zijn, fan it hountsje biten wêze; — lopen, snjitte; — lopend meisje, snjittepoep(ert).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., 1. zoals een nuf is of doet: nuffige, kokette gebaren; 2. bij een nuf passend; fijn en pretentieus.
J.Pluim (1911)
van ’t Nederduitsch: nuff = neus, dus: den neus voor iets optrekkende. De stam nuf is verwant met dien van snuffen (volkstaal) voor stiuiven, vgl. snuffelen als frequ. Ook neb is etymologisch ’t zelfde woord als nuf.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: