Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Noden

betekenis & definitie

(noodde, heeft genood),

1. met aandrang tot iets trachten te bewegen, inz. tot eten of drinken: je moet iem. niet noden;
2. iem. uit vriendschap, beleefdheid enz. tot iets verzoeken: een smulpaap genood op een fijn diner;
3. (van zaken) tot iets uitlokken.

< >