Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Neuzen

betekenis & definitie

(neusde, heeft geneusd),

1. kijken, rondloeren : hij kwam eens neuzen, om zich van iets op de hoogte te stellen, zich van iets te overtuigen; — kijk hij neuzen! zie hem daar eens! (uitroep);
2. met de neus in iets zitten, er in snuffelen: in boeken neuzen.

< >