Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Maandcedel

betekenis & definitie

v. (-s), MAANDCEEL, v. (...celen),

1. brief met de opdracht van een schepeling aan de reder om een gedeelte der gage aan achtergebleven betrekkingen uit te betalen;
2. (vandaar) bedrag, gedeelte van de maandgage dat via de rederij wordt uitbetaald aan de vrouw of aan een andere betrekking van een zeeman.

< >