Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Liplap

betekenis & definitie

I. v. (-pen),

1. (Ind.) jonge, groene kokosnoot;
2. het zachte merg van jonge kokosnoten;
3. rijst met kokosmelk gekookt.

II. m. en v. (-pen), naam die vooral op Java gegeven werd aan personen, die in hoofdzaak afstammen van de Portugezen, later aan de Indo-Europeanen in ’t alg.; thans weinig of niet meer gebruikt.

< >