Liplap
I. v. (-pen), 1. (Ind.) jonge, groene kokosnoot; 2. het zachte merg van jonge kokosnoten; 3. rijst met kokosmelk gekookt. II. m. en v. (-pen), naam die vooral op Java gegeven werd aan personen, die in hoofdzaak afstammen van de Portugezen, later aan de Indo-Europeanen in ’t alg.; thans weinig of niet meer gebruikt.