bn. (-er, -st),
1. schreeuwend; (fig.) zich opdringend, sterk sprekend: een krijtende onrechtvaardigheid ; (veroud. ?) krijtende schulden, waarom gemaand wordt of kan worden (tgov. ereschulden); 2. krijtende tiend, veetiend, tiende van jongen van dieren, meestal van lammeren, biggen, ganzen en van bijen.