1. luid roepen, bep. uit smart, angst enz.; — luid roepend uitbrengen, zeggen; — vgl. Krijtend;
2. (gew. en litt. t.) wenen, schreien; — door schreien in zekere toestand brengen: zijn ogen rood krijten, blind krijten;
3. ben. voor het schelle geluid van sommige dieren.
II. (krijtte, heeft gekrijt), met krijt behandelen, besmeren: de keu krijten (bilj.).
Gepubliceerd op 01-01-2021
Krijten
betekenis & definitie