Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kokerzaden

betekenis & definitie

o. mv., de rondachtig-niervormige, purperrode, giftige vruchtjes of z.g. zaden van een op Malabar en de Oostindische eilanden voorkomende heester (Anamirta cocculus), die gebruikt worden in de homoeopathie en om vissen te bedwelmen en ze zo gemakkelijk te vangen (verboden bij de wet).

< >