Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Knallen

betekenis & definitie

(het knalde, heeft genkald), een knal of knallen geven, met het geluid van een ontploffing weerklinken : in de verte knalden geweerschoten; knallende donderslagen ; — ook voor het geluid van een klappende zweep ; — slaan, dichtslaan met een ploffend geluid : een deur dicht knallen.

< >