Wat is de betekenis van knallen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knallen

(het knalde, heeft genkald), een knal of knallen geven, met het geluid van een ontploffing weerklinken : in de verte knalden geweerschoten; knallende donderslagen ; — ook voor het geluid van een klappende zweep ; — slaan, dichtslaan met een ploffend geluid : een deur dicht knallen.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

knallen

1) (2006) (radio; deejay's) een programma maken. 'Ik ga effe knallen.' • Knallen: programma maken. "Ik ga effe knallen". (www.uithilversum.nl, dj. jargon. 2006-2009) 2) (1970+) (vnl. wielr.) (soms: erop los knallen) stevig doorfietsen, voortdurend demarreren*. Syn.: bombarderen*; aan de boom* schudden. 'Eroverheen knallen': snel naar v...

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knallen

knallen - Werkwoord 1. (inerg) een hard geluid of knal geven Dat vuurwerk knalde erg hard. 2. ergatief uit elkaar ~ Het vuurwerk was met veel lawaai uit elkaar geknald. knallen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het ze...

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

knallen

knallen - regelmatig werkwoord uitspraak: knal-len 1. het geluid van een ontploffing geven ♢ het vuurwerk knalde in de stille nacht 2. met een harde klap ergens tegenaan slaan ♢ de steen knalde...

2025-07-25
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Knallen

Knallen - 'erop los knallen': stevig doorfietsen, voortdurend demarreren. Vgl. bombarderen, aan de boom schudden. Fr. bombarder. 'Eroverheen knallen': snel naar voren fietsen (tussen een aantal renners door). Syn.: eroverheen kletsen. Meteen knalde Early er in de straten van Pau op los en waar Louviot faalde, slaagde de Ier. - Wieler Revue 21.7.198...

2025-07-25
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

knallen

Een hoog (eind)bod doen.

2025-07-25
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

knallen

knallen: ostentatief heel hard rijden

2025-07-25
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

knallen

(soms: erop los knallen) stevig doorfietsen, voortdurend demarreren. Vgl. bombarderen; aan de boom schudden. ‘Eroverheen knallen’: snel naar voren fietsen (tussen een aantal renners door). Syn.: eroverheen kletsen. Toen knalde hij Baronchelli achterna, maar kwam nog net honderd meter te kort om deze Transalpijn van de zege weg te houden. (Jan Corna...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

knallen

(onov ww; knalde; h. geknald) - explosief hard fietsen → exploderen