Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kluft

betekenis & definitie

v. (-en),

1. (gew.) troep of vlucht vogels;
2. (gew.) buurt, wijk van een stad of kerspel, oorspr. met het oog op rechts- of waterstaatsbelangen e.d.;
3.afhellende schuinte, op- of afrit;
4. driehoekige uitlating in de gehele dikte van een stuk hout of ijzer ter opneming van een ander stuk, waarvan de punt ook kluft genoemd wordt;
5. (dicht.) kloof, spelonk.

< >