Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Klodderen

betekenis & definitie

(klodderde, heeft geklodderd),

1. knoeien, morsen : met inkt, met verf, met water klodderen;
2. (Zuidn.) lillen, trillen van dikte, van het vet: zijn wangen klodderen; hij is zo vet, dat hij kloddert; — slobberen ;
3. (Zuidn.) klodden vormen;
4. (veroud.) borrelen.

< >