Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Klateren

betekenis & definitie

(klaterde, heeft geklaterd), het in snelle opeenvolging voortbrengen of weerklinken van een helder, hetzij niet zeer intens en aangenaam, hetzij schel en weergalmend geluid, inz. van snel stromend water en van de donder gezegd, en vooral in litteraire taal : een klaterende fontein; de snel stromende beek klaterde langs de rotsen;de donder klatert; — ook van het ratelen van de populier; — bij overdr. ook gezegd van een fel stralend licht en van al wat de ogen betovert.

< >