Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Klakkeloos

betekenis & definitie

bn. bw.,

1. onverwachts, onvoorziens: het viel mij zo klakkeloos op het lijf;
2. zonder bedenken, zonder overweging, onnadenkend, zo maar: elke verdachtmaking werd klakkeloos als waarheid aangenomen ; dat is klakkeloos uit het Duits overgenomen ; — ook : zonder behoorlijke grond: iem. klakkeloos beschuldigen, als bn. (ongewoon): een klakkeloze beschuldiging.

< >