Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Jodenkers

betekenis & definitie

v. (-en), een sierplant uit Midden- en Zuid-Europa (Physalis alkekengi), lampionplant, uit de familie der Nachtschaden, welker tweehokkige, veelzadige, kogelronde, glinsterende, rode bessen krieken over zee, jodenbrood, jodenkersen, blaaskersen en winterkersen heten, en zuurachtig zoet van smaak zijn.

< >