Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ironie

betekenis & definitie

(<Fr.-Gr.), v., inkleding der gedachte waarbij men het tegendeel zegt van wat men eig. te verstaan wil geven, inz. een spottend of schamper prijzen van hetgeen men wezenlijk afkeurt: fijne-, bittere ironie; — bij uitbr. spot in 5t alg.; — (fig.) de ironie van het lot.

< >