(waterde in, heeft ingewaterd),
1. (onpers.) boven op zolder watert het in, de regen sijpelt er door;
2. van lekkend of indringend water doortrokken worden : omdat de goot lekt, is de muur hier geheel ingewaterd; — balken laten inwateren, hetz. als wateren;
3. naar binnen toe water doorlaten;
4. (houten vaatwerk) doen dichttrekken door het met water te vullen;
5. (mets.) inspoelen: het zand. moet goed ingewaterd worden, met water in de voegen der bestrating gebracht.