(<Lat.), v. (-s, ...tiën),
1. (veroud.) overreding ;
2. wijze van redeneren waarbij men besluit van het bijzondere tot het algemene (in tegenoverst. met deductie);
3. (nat.) het opwekken van een magnetisch of electrisch veld of het wijzigen van een bestaande toestand in een lichaam door middel van een naburig magnetisch of electrisch geladen lichaam, zonder onmiddellijke aanraking ;
4. (biol.) opwekking van een beweging of een proces door een uitwendige prikkel.