Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Hosea

betekenis & definitie

1. laatste koning van Israël, boet zijn afval van Assyrië met de ondergang van zijn stad Samaria (722 v. C.) (2 Kon. 15 : 30):

2. profeet uit het midden der 8ste e., naar wie een bijbelboek genoemd is, de eerste der kleine profeten (Hos. 1:1); bij de katholieken Osea.

< >