Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Historisch

betekenis & definitie

bn. bw.,

1. geschiedkundig: een historische schets ; — zich bezighoudend met historie: historisch onderzoek; het Historisch Genootschap;
2. bekend uit de geschiedenis: historische personen; een historische plaats, een plek waar iets belangrijks of gedenkwaardigs is voorgevallen;
3. een historische roman, een roman, waaraan historische feiten ten grondslag zijn gelegd; — een historische optocht, een optocht die een overzicht geeft van historische gebeurtenissen of die een nabootsing is van een in vroeger eeuwen gehouden intocht enz. ;
4. op waarheid gegrond, niet verdicht, werkelijk gebeurd : dat is historisch ; vermenging van het historische met het romantische;
5. volgens, voortkomend uit, verbonden aan de opeenvolging in de tijd : de historische ontwikkeling; dat is historisch gegroeid; de historische methode, die tewerkgaat volgens de geschiedenis van het object;
6. geschikt tot beoefening der historie : historische zin, aanleg, blik.

< >