Gr. Heka'te, godin met verschill. aspecten, bij Homerus nog niet genoemd, bij Hesiodus een der Titaniden, dochter van Asteria. Elders wordt zij een dochter van Zeus genoemd.
Daar zij Zeus trouw bleef, schonk deze haar macht in de hemel, op aarde en in het water. Het meest bekend is zij als godin van de onderwereld. Misschien wegens de drie phasen van de maan werd zij door de dichters ,,drievormig” genoemd en met drie hoofden en fakkels in de hand afgebeeld; men offerde haar honden, zwarte lammeren, honing, bij voorkeur op driesprongen en kruiswegen, weshalve zij Tri'via heette. Zij was de beschermgodin van tovenaars en toverheksen, beschermt ze bij de bereiding der tovermiddelen; van haar leren Circe en Medea, die soms haar dochters genoemd worden, de zwarte kunst. Dikwijls geïdentificeerd met Artemis, Persephone en de maangodin.