Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Havezaat

betekenis & definitie

HAVERZATE, v. (...zaten), (hist.) ridderlijk goed of kasteel in de oostelijke provinciën, ridderhofstede waaraan publieke rechten verbonden waren : de gemachtigden van de ridderschap in de Staten van Drente moesten bezitter zijn van een der 18 havezaten in dat gewest; thans: grote hofstede.

< >