Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Fluisteren

betekenis & definitie

(fluisterde, heeft gefluisterd),

1. zacht, nauwelijks hoorbaar spreken, nl. zo dat de stembanden niet trillen; — op deze wijze zeggen: zoete woordjes fluisteren; iem. iets in (ook aan) het oor fluisteren;
2. bedektelijk zeggen, vertellen: boze tongen fluisteren... ;
3. (bij verg.) een geluid voortbrengen dat op fluisterend spreken lijkt.

< >