Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Flageolet

betekenis & definitie

(<Fr.), v. (-ten),

1. fluit die een octaaf hoger klinkt dan de dwarsfluit, bekfluit, meest van ivoor, palm- en ebbenhout;
2. (op orgels) open register dat de tonen v. de genoemde fluit nabootst;
3. flageolettoon;
4. soort van bleekgroene boon.

< >