Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Finaal

betekenis & definitie

(<Fr.-Lat.),

I. bn.,
1. uiteindelijk, een slot vormend, slot-: een finaal besluit; de finale toewijzing (bij een verkoping van onroerende goederen);
2. tot het einde toe, algeheel: finale opruiming;

II. bw.,

1. ten slotte, als slot;
2. volkomen, ten enenmale : het is mij finaal onmogelijk dit te doen; zijn vinger was er finaal af;
3. (volkst.) letterlijk, gewoonweg: hij smeet 'em finaal de trap af.

< >