Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie H
- Handelscorrespondent
- Handelscorrespondentie
- Handelscrisis
- Handelscursus
- Handelsdrukkerij
- Handelsdrukte
- Handelseffect
- Handelsfactorij
- Handelsfirma
- Handelsformulier
- Handelsgebruik
- Handelsgeest
- Handelsgeschiedenis
- Handelsgewas
- Handelsgewoonte
- Handelsgod
- Handelsgrootheid
- Handelshogeschool
- Handelshuis
- Handelsinformatie
- Handelsinlichting
- Handelskamer
- Handelskantoor
- Handelskapitaal
- Handelskennis
- Handelsklasse
- Handelskrediet
- Handelskwaliteit
- Handelskwekerij
- Handelskwestie
- Handelslichaam
- Handelsluchtvaart
- Handelsmaat
- Handelsmacht
- Handelsmagnaat
- Handelsman
- Handelsmarine
- Handelsmerk
- Handelsmonopolie
- Handelsmonster
- Handelsmoraal
- Handelsmunt
- Handelsnaam
- Handelsnieuws
- Handelsonderneming
- Handelsonderwijs
- Handelsoorlog
- Handelsovereenkomst
- Handelspapier
- Handelsplaats
- Handelsplant
- Handelspolitiek
- Handelspremie
- Handelsprijs
- Handelsrecht
- Handelsregister
- Handelsreiziger
- Handelsrekenen
- Handelsrelatie
- Handelsroute
- Handelsschip
- Handelsschool
- Handelsstad
- Handelsstand
- Handelsstatistiek
- Handelstaal
- Handelstak
- Handelsterm
- Handelstractaat
- Handelsvaartuig
- Handelsvennootschap
- Handelsverbod
- Handelsverdrag
- Handelsvereniging
- Handelsverkeer
- Handelsverslag
- Handelsvertier
- Handelsvlag
- Handelsvloot
- Handelsvolk
- Handelsvooruitzichten
- Handelsvriend
- Handelsvrijheid
- Handelswaar
- Handelswaarde
- Handelsweg
- Handelswereld
- Handelswetenschap
- Handelswetgeving
- Handelswijk
- Handelswinst
- Handelswissel
- Handelswoordenboek
- Handelszaak, v
- Handeltje
- Handelwijs
- Handemmer
- Handen
- Handenarbeid
- Handenbinder