Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie W
- Wapengekletter
- Wapengeluk
- Wapengeweld
- Wapengroet
- Wapenhandel
- Wapenheraut
- Wapenhuis
- Wapening
- Wapeningsijzer
- Wapeningsindustrie
- Wapeningsnet
- Wapeningsprogram
- Wapenkamer
- Wapenkleed
- Wapenknecht
- Wapenkoning
- Wapenkreet
- Wapenkunde
- Wapenkundig
- Wapenkundige
- Wapenleer
- Wapenleverantie
- Wapenloos
- Wapenmagazijn
- Wapenmakker
- Wapenmantel
- Wapenmeester
- Wapenoefening
- Wapenplaats
- Wapenpraal
- Wapenpracht
- Wapenregister
- Wapenrek
- Wapenriem
- Wapenring
- Wapenroem
- Wapenrok
- Wapenrusting
- Wapenschild
- Wapenschilder
- Wapenschorsing
- Wapenschouwing
- Wapensmederij
- Wapensmid
- Wapensmidse
- Wapensnijder
- Wapensoort
- Wapenspel
- Wapenspreuk
- Wapenstandaard
- Wapenstilstand
- Wapenstilstandsonderhandelingen
- Wapenstilstandsverdrag
- Wapenstok
- Wapenstuk
- Wapentekenaar
- Wapentekening
- Wapentuig
- Wapentype
- Wapenveld
- Wapenvlak
- Wapenzaal
- Wapenzuil
- Wapitihert
- Wapper
- Wapperen
- War
- Wär’ nicht das auge sonnenhaft
- Waranda
- Warande
- Waratje
- Warbak
- Warboel
- Wardradig
- Wareloos
- Warempel
- Waren
- Warencirculatie
- Warendig
- Warendistributie
- Warenhuis
- Warenhuisbediende
- Warenhuispersoneel
- Warenkennis
- Warentig
- Warenwet
- Warf
- Wargaren
- Wargeest
- Wargeluiden
- Warhoofd
- Warhoop
- Waring
- Waringin
- Waringintak
- Warklomp
- Warkop
- Warkruid
- Warm
- Warmbeitel
