Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie W
- Waterkolk
- Waterkolom
- Waterkom
- Waterkorstmos
- Waterkoud
- Waterkoude
- Waterkraan
- Waterkracht
- Waterkrachtinstallatie
- Waterkrachtmachine
- Waterkresse
- Waterkrimp
- Waterkroos
- Waterkruid
- Waterkuip
- Waterkunde
- Waterkundig
- Waterkundige
- Waterkussen
- Waterkuur
- Waterkwast
- Waterlaag
- Waterlaars
- Waterlak
- Waterland
- Waterlander
- Waterleeuwerik
- Waterlegger
- Waterleiding
- Waterlelie
- Waterlicht
- Waterlijn
- Waterlijst
- Waterlijster
- Waterlinie
- Waterlint
- Waterlinze
- Waterlis
- Waterlobelia
- Waterlongen
- Waterlongslakken
- Waterloof
- Waterlook
- Waterloop
- Waterloopkunde
- Waterloopkundig
- Waterloos
- Waterloot
- Waterloper
- Waterlot
- Waterlozing
- Waterlucht
- Waterluis
- Watermaatschappij
- Watermachine
- Waterman
- Watermanderkruid
- Watermantel
- Watermassa
- Watermeloen
- Watermerk
- Watermeter
- Watermicroscoop
- Watermijn
- Watermijt
- Watermolecuul
- Watermolen
- Watermolenaar
- Watermortel
- Watermos
- Watermot
- Watermotor
- Watermug
- Watermuis
- Watermuizenoor
- Watermunt
- Watermuur
- Waternachtegaal
- Waternavel
- Waternering
- Waterneus
- Waternikker
- Waternimf
- Waternimfachtigen
- Waternood
- Waternoot
- Waterontlasting
- Wateronttrekking
- Waterontwikkeling
- Wateroog
- Wateropaal
- Wateropbrengst
- Waterpaardekracht
- Waterpacht
- Waterpantomime
- Waterpartij
- Waterpas
- Waterpassen
- Waterpassing
- Waterpasvlak
