Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie D
- Desgenen
- Desgevorderd
- Desideratum
- Designatie
- Desillusie
- Desine fata deum flecti sperare precando
- Desinfecteerinrichting
- Desinfecteermiddel
- Desinfecteeroven
- Desinfecteren
- Desinfectie
- Desinfectieleer
- Desinfectiemiddel
- Desinfectietechniek
- Desinit in piscem mulier formosa superne
- Desinsectie
- Desintegratie
- Desintegrator
- Desipere in loco
- Desire of greatness is a godlike sin
- Desistement
- Desisteren
- Deskundig
- Deskundige
- Deskundigheid
- Desniettegenstaande
- Desnoods
- Desodorisatie
- Desolaat
- Desondanks
- Desorder
- Desorganisatie
- Desorganiseren
- Desoriëntatie
- Desoxydatie
- Despatch
- Desperaat
- Desperado
- Desperatie
- Despereren
- Despoot
- Despotisch
- Despotisme
- Desquamatie
- Dessa
- Dessabestuur
- Dessadienst
- Dessahoofd
- Dessapriester
- Dessaschool
- Dessendlaan
- Dessert
- Dessertblad
- Dessertbordje
- Dessertkaas
- Dessertkaasje
- Dessertkool
- Dessertlepel
- Dessertmandje
- Dessertmesje
- Dessertschaaltje
- Dessin
- Dessous
- Dessus de porte
- Destijds
- Destillatie
- Destinatie
- Destineren
- Destructie
- Destructiebedrijf
- Destructief
- Destructor
- Desverkiezende
- Desverlangd
- Deswege
- Deszelfs
- Detachement
- Detacheren
- Detachering
- Detail
- Detailhandel
- Detailhandelaar
- Detailkritiek
- Detailkwestie
- Detailleren
- Detaillering
- Detaillist
- Detailmeting
- Detailonderzoek
- Detailprijs
- Detailreiziger
- Detailstudie
- Detailtekening
- Detailverkoop
- Detective
- Detectivecamera
- Detectiveroman
- Detectiveverhaal
- Detentie
- Determinant
