Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Driepas

betekenis & definitie

m.,

1. bijzondere pas, bestaande in het vooruitplaatsen van een been, het bijtrekken van het andere en het weer vooruitplaatsen van het eerste, waarna hetzelfde met het andere been geschiedt (ook pas van drie genoemd);
2. figuur van drie elkaar snijdende cirkelbogen (in gothisch maaswerk).

< >