(trok bij, heeft en is bij getrokken),
1. (overg.) naderbij of tot zich trekken : trek de tafel wat bij;
2. (onoverg.) (van kleuren) dat zal wel bijtrekken, gaandeweg zal het later geverfde, gewitte wel dezelfde kleur krijgen als het vroeger geverfde of gewitte; — (van kleren) 't trekt nog wel wat bij, de fout die nog aan ’t kledingstuk is, wordt door ’t dragen wel minder : — (van slecht geluimde personen) gaandeweg wat beter gehumeurd worden.