v., (plantk.)
1. een vergiftige schermbloemige plant, ook waterscheerling geheten (Cicuta virosa), die vooral in moerassige veenstreken, aan de kanten van plassen, sloten en vaarten enz. groeit;
2. gew. naam voor de hondspeterselie of tuinscheerling (Aethusa cynapium);
3. Nedl. naam voor de bruine of verdovende kervel of ruigachtig ribzaad (Chaerophyllum temulum);
4. gewone naam voor de gevlekte scheerling, een vergiftige schermbloemige plant welke tamelijk algemeen aan dijken, wegen, langs weilanden enz. voorkomt (Conium maculatum), ook dolle peterselie en pijpkruid genoemd;
5. gew. naam voor de Roomse kervel (Myrrhis odorata), ook wel Spaanse kervel en welriekende mirre genaamd;