Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Deucalion

betekenis & definitie

Gr. Deukali'oon, zoon van Prome'theus, die met zijn vrouw Pyr'rha, de dochter van Epime'theus, bij de zondvloed gespaard bleef en het orakel van Themis raadpleegde, dat beval de beenderen van hun moeder achter zich te werpen. Deucalion begreep, dat hiermede stenen, als het ware de beenderen der moederaarde, bedoeld werden ; zij gehoorzaamden, en de stenen van Deucalion werden mannen, die van Pyrrha vrouwen (Ovid., Met. 1,313 vg.).

< >