Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bruigom

betekenis & definitie

m. (-s), in ondertrouw opgenomen man (ook nog tijdens de bruiloftsviering): hij is de bruidegom ; — de zilveren, gouden bruigom, die de zilveren, gouden bruiloft viert; — (dicht.) verloofde; ― in geestel. bet.: de hemelse bruidegom (van een non), Christus.

< >