(dreef boven, heeft bovengedreven),
1. op of aan de oppervlakte drijven; olie drijft boven, (fig. Zuidn.) eerlijk duurt het langst, de goede wint het ten slotte;
2. de bovenhand krijgen en behouden: eerlijkheid drijft boven; zijn gevoelen dreef boven, vond ingang, werd gevolgd; de bovendrijvende partij, de zegevierende, die de grootste invloed heeft.