Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Borgtocht

betekenis & definitie

m. (-en),

1. overeenkomst waarbij een derde zich ten behoeve van de schuldeiser verbindt aan een verbintenis van de schuldenaar te voldoen, indien deze niet zelf daaraan voldoet; — persoonlijke borgtocht, waarbij een persoon zich borg stelt; — zakelijke borgtocht, waarbij geld of ander goed als onderpand gegeven wordt.
2. akte van borgtocht.
3. waarborgsom, cautie, onderpand.

< >