Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Borgen

betekenis & definitie

(borgde, heeft geborgd),

1. op krediet geven; (spr.) geborgd is niet kwijtgescholden.
2. (w. g.) te leen geven.
3. zonder gerede betaling kopen: borgen baart zorgen, door te kopen zonder dadelijk te betalen kan men diep in de schuld komen.
4. ontlenen aan, van, bij iem. of iets: geborgde uitdrukkingen, onoorspronkelijk.
5. waarborgen: wat borgt mij uw goed gedrag? wat geeft me de zekerheid, dat uw gedrag goed zal zijn?
6. (een sluitingbout enz.) beveiligen tegen losgaan.

< >