Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Blanco

betekenis & definitie

(It.), bn. en bw., oningevuld, opengelaten: er waren drie biljetten blanco ingeleverd; — blanco stemmen, zijn stembriefje niet invullen; — een blanco-schrijfboek, zonder fijnen; — blanco-krediet, krediet zonder bepaling van som, ongelimiteerd, (ook) zonder onderpand of zekerheid; — een blanco-wisselbrief, zonder ingevulde som; blanco accept, het accepteren van een wissel waarvan het bedrag nog niet is ingevuld ; — in blanco trekken, het afgeven van een wissel op iem. zonder dat men iets te vorderen heeft; — in blanco tekenen, zijn handtekening zetten, vóórdat de inhoud ingevuld is; — blanco-endossement, alleen de naamtekening van de endossant dragende; — blanco-aandelen, niet op naam; — in blanco verkopen of kopen, het verhandelen van waren waarover men nog niet beschikt, te leveren op een bepaalde tijd tegen de prijs die zij dan hebben zullen; — blanco-mandaat, blanco-volmacht, zonder enige beperking.

< >