(vulde in, heeft ingevuld),
1. (een ledig vlak) vullen (met ornamenten, arcering enz.);
2. een (gedrukt) stuk met opengelaten plaatsen beschrijven met hetgeen daarin geplaatst moet worden, met het ontbrekende vullen: lijsten, staten, belastingb i Ijetten invullen; zijn stembiljet invullen;
3. hetgeen in een opengelaten ruimte ontbreekt daarin schrijven: de antwoorden, de weggelaten woorden invullen;
4. (mets.) vullen, instrijken: de voegen met kalle invullen.