v. (-en),
1. kleine kaart in een hoek van een grote getekend : kaart van Engeland met een bijkaart van Londen;
2. (kaartsp.) kaarten die geen troefkaarten zijn: mijn bijkaarten deugen niet; een mooie bijkaart hebben ; weinig in de bijkaart hebben ;
3. tweede toegangskaart naast een hoofdkaart (voor leden van hetzelfde gezin).