o. (-s),
1. glas bier: een biertje drinken;
2. bier(soort): dat is een lekker biertje: (fig.) dat biertje heb je zelf gebrouwen, en nu moet je het ook uitdrinken, je hebt jezelf in moeilijkheden gebracht, en moet je er nu maar zelf uitredden of de gevolgen er van dragen.