Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Berusten

betekenis & definitie

(berustte, heeft berust),

1. in bezit of bewaring zijn van: deze papieren berusten onder of bij mij.
2. steunen op: op hem berust de welvaart des lands; dit gevoelen, die verdenking berust op geen losse gronden.
3. iets laten berusten, het laten blijven, er niet mee voortgaan: laat het daarbij berusten
4. in het onvermijdelijke berusten, zich er in schikken; — in een zaak, een toestand berusten, geen moeite meer doen om die te veranderen; — in een vonnis berusten, door verklaring of daad afstand doen van tegen het vonnis openstaande rechtsmiddelen (b.v. hoger beroep).

< >