Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Beduiveld

betekenis & definitie

BEDUVELD, bn.,

1. (gemeenz.) hij stond beduveld te kijken, verbluft, verbijsterd, verward; —

ben je beduiveld (beduveld)? ben je mal?

2. (Zuidn.) zeer geneigd, sterk gedreven tot: die jongen is beduiveld om altijd zijn broer te plagen.

< >