Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Badwater

betekenis & definitie

o.,

1. water dat voor een bad dient, waarin men baadt of gebaad heeft ; — spr. : het kind met het badwater weggooien, in zijn ijver om het verkeerde in een zaak aan te tonen of weg te nemen, de gehele zaak afkeuren, afschaffen of bederven ;
2. (bijb.) (-en), badkom, badplaats : het badwater Siloam lag buiten, dat van Bethesda binnen Jeruzalem.

< >