Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bacil

betekenis & definitie

m. (-len), staaf- of kommavormige bacterie; bij uitbr. bacterie in het alg. : sommige bacillen kunnen besmettelijke ziekten veroorzaken; andere veroorzaken bederf en gisting in vloeistoffen en vaste stoffen; weer andere verwekken het lichten der zee.

< >