Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Armzalig

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. (veroud.) rampspoedig, zeer ongelukkig ; —
2. armoedigd, pover : er armzalig uitzien ; een armzalig vertrek ; —
3. nietig, gering : een armzalig traktement; — nietszeggend, onbetekenend: armzalige uitvluchten ; de armzalige inhoud van dat boek ;
4. zeer dom : armzalige fouten.

< >